topBarLeftS

Wordt UBL, de elektronische communicatiestandaard in Europa ?

In september 2001 is op voorstel van een aantal leden van OASIS (Organization for the Advancement of Structured Information Standards) waaronder Sun Microsystems, Commerce One, SAP en Boeing de OASIS Universal Business Language Technical Committee (UBL TC) opgericht. Het voornaamste doel van de UBL TC, voorgezeten door Jon Bosak (Sun Microsystems), was / is het ontwikkelen van een gratis bibliotheek van gestandaardiseerde elektronische op XML gebaseerde bedrijfsdocumenten.

De ontwikkeling van UBL is gestart gedeeltelijk als reactie op de veelheid en verscheidenheid aan XML standaarden / bibliotheken voor elektronische handel maar eveneens om de toegankelijkheid van elektronische handel te vergroten. UBL moet elektronisch zakendoen voor kleine en middelgrote bedrijven mogelijk maken en de basis leggen voor de wereldwijde overgang van traditioneel zakendoen naar elektronische handel.

De OASIS Universal Business Language (UBL) is gebaseerd op de XML Common Business Language xCBL versie 3.0 van Commerce One. Commerce One nam in 1999 het bedrijf Veo Systems over en kwam zo in het bezit van de Common Business Language (CBL) technologie. Deze technologie is door Commerce One verder uitgebreid en omgedoopt tot xCBL om de relatie met XML te identificeren. De XML Common Business Language (xCBL) is een verzameling van XML bouwstenen en een raamwerk voor de ontwikkeling van herbruikbare XML berichten. xCBL richt zich op documenten en transacties ter ondersteuning van de internationale elektronische handel. Commerce One heeft de versie 3.0 van xCBL ingebracht in de OASIS UBL Technical Committee als startpunt voor de ontwikkeling van UBL.

Op70 version) vrijgegeven aan het publiek voor review waarna in november 2004 de eerste officiële versie van UBL, release 1.0, na drie jaar ontwikkeling werd uitgebracht. Twee jaar later, november 2006, werd UBL 2.0 uitgebracht en als formele standaard geaccepteerd door OASIS.

De Universal Business Language maakt gebruik van XML Schema’s voor het beschrijven van gestandaardiseerde bedrijfsdocumenten. Een XML Schema Definitie Document (XSD) beschrijft de structuur van een XML document. UBL 2.0 ondersteunt 31 bedrijfsdocumenten (document types) en voor elk document is een XSD Schema opgesteld.

Verschil tussen UBL 2.0 en UBL 1.0
Een belangrijk verschil tussen UBL 2.0 en de voorgaande releases is het gebruik van een getrapt (twee-fase) validatiemodel. Tijdens het verwerken van een UBL bericht moet de structuur en het juist gebruik van gestandaardiseerde codes worden gevalideerd. UBL maakt gebruik van internationaal gestandaardiseerde codelijsten, verzameling van toegestane waarden, die worden uitgegeven en onderhouden door standaardisatie instellingen, waaronder ISO (landencodes) en UN/CEFACT (valutacodes, eenheidsmaten, taalcodes). Codelijsten kunnen ook gebruikt worden voor het vastleggen van afgesproken waarden tussen twee of meer handelspartners.

In de voorgaande releases werden de verzameling toegestane waarden of codes rechtstreeks vastgelegd in de XML Schema’s van de bedrijfsdocumenten en kon validatie van structuur en codes gelijktijdig uitgevoerd worden. In UBL 2.0 worden de codelijsten vastgelegd in afzonderlijke configuratiebestanden en kan een getrapt validatieproces gevolgd worden. Hierdoor is het mogelijk om verschillende versies van een codelijst te hanteren per situatie. Zo kan per bedrijf waarmee zaken gedaan wordt een andere versie van een codelijst gehanteerd worden.

UBL 2.0 schema’s ondersteunen het gebruik van een getrapt validatie proces dat schematisch als volgt wordt weergegeven en bestaat uit twee stappen (fasen):

- Stap 1: Controle op structuur, data typing en vocabulary via UBL XSD bestanden en een generieke XSD validator
- Stap 2: Controle op het juist gebruik van waarden uit de codelijsten via UBL XSLT bestanden en een generieke XSLT processor. In deze stap vindt validatie van internationaal gestandaardiseerde codes plaats via de standaard UBL 2 .xsl bestanden en validatie van trading-partner specifieke codes via de customized .xsl bestanden.

Hoe staat het met het gebruik van UBL voor elektronisch zakendoen
Wereldwijd is UBL in gebruik als de elektronische berichtenstandaard voor elektronisch zakendoen tussen bedrijven en overheden. Binnen Europa lopen een aantal landen voorop in de ontwikkeling van een elektronische communicatiestandaard voor elektronisch zakendoen tussen bedrijven en overheden.

Denemarken (National IT and Telecom Agency)
Denemarken heeft de invoering van elektronisch factureren vrij rigoureus aangepakt. Vanaf 1 februari 2005 mogen overheidsinstellingen in Denemarken - dit werd zo vastgelegd in de wetgeving - alleen facturen van leveranciers accepteren in een elektronisch formaat, de OIOXML Electronic Invoice. De OIOXML (Open public Information Online XML) Electronic Invoice is de Deense XML-standaard voor de elektronisch factuur gebaseerd op de eerste versie van UBL release 0.7. Voor meer informatie: OIOXML Electronic Invoicing.

Bedrijven kunnen op een aantal manieren facturen aanleveren:
1) via het aanmaken en verzenden van een elektronische factuur vanuit het facturatie-systeem via de elektronische postbus van een Value Added Network (VAN).

2) via een Read-In Bureau die zorgdraagt voor het scannen en converteren van een papieren factuur naar het elektronische formaat en het verzenden van deze elektronische factuur naar de juiste overheidsinstelling via een Value Added Network.

3) via het handmatig invoeren van de factuur in een Internet Invoice Portal die zorgdraagt voor het aanmaken van de factuur in het elektronische formaat en het verzenden van deze elektronische factuur naar de juiste overheidsinstelling via een Value Added Network

Schematisch ziet dit er op hoofdlijnen als volgt uit:

De Deense overheid stelt volgende eisen aan de informatie in de factuur:
- het gebruik van de EAN locatiecode voor identificatie van de klant is verplicht en de klant moet de EAN code verstrekken tijdens het plaatsen van de order
- een referentie naar de inkooporder of bestelling is verplicht
- een referentie naar de persoon die de order heeft geplaatst is verplicht
- interne identificatiecode van de klant is verplicht als deze verstrekt werd tijdens het plaatsen van de order

Let op: Denemarken maakt vooralsnog geen gebruik van de OIOUBL Invoice. De OIOUBL standaard wordt wel aanbevolen voor het uitwisselen van elektronische catalogi en inkooporders. OIOUBL is gebaseerd op UBL release 2.0 (Voor informatie: Online OIOUBL Documentation)

Noord-Europa
Northern European Subset (NES) is een initiatief dat voortvloeit uit de samenwerking tussen enkele Noord-Europese landen op het gebied van e-commerce en e-procurement. Onder aanvoering van Denemarken hebben vertegenwoordigers van de Noord-Europese landen Denemarken, Zweden, Noorwegen, Ijsland, Finland en van het Verenigd Koninkrijk begin 2007 een werkgroep opgericht voor het ontwikkelen van een Noord-Europese Subset (Northern European Subset (NES)) van op UBL 2.0 gebaseerde documenten.

De NES organisatie heeft de Universal Business Language (UBL) geselecteerd als de Open berichtenstandaard - met op dit moment de meeste potentie - voor het realiseren van grootschalige e-commerce en e-procurement handelstransacties tussen overheden onderling en bedrijven, zowel grensoverschrijdend (cross-border) als nationaal (domestic).

Het NES project richt zich niet op het uitvoeren van implementaties maar heeft als voornaamste doel zorgdragen voor het tot stand komen van een gezamenlijk platform voor e-procurement.

De belangrijke resultaten van het NES project zijn:
- Profielen die bedrijfsprocessen en scenario’s beschrijven uitgaande van UBL voor handelstransacties
- Berichtdefinities gebaseerd op een gemeenschappelijke subset (deelverzameling) van UBL handelsdocumenten
- Handleidingen en codelijsten
- Validatiegereedschappen

De aangesloten landen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en coördinatie van implementaties. De laatste versie van NES is op 11 juli 2007 vrijgegeven en kunt u terugvinden onder de rubriek Documents op de website van NES. Al het materiaal van NES is gepubliceerd onder de Creative Common license.

Zweden
In Zweden loopt het project Single Face To Industry (SFTI). Het is een alles-in-één e-procurement standaard waarmee het bestel- en facturatieproces tussen handelspartners wordt ondersteund. Voor het bestelproces is sinds juni 2010 de CEN/BII Basic Order de aanbevolen standaard voor de publieke sector

Duitsland
In Duitsland is deze maand de German Localization Subcommittee (DELSC) samengesteld. Deze gaat zich buigen over de realisatie van een Duitse UBL Data Dictionary.

Spanje
CODICE is het Spaanse overheidsinitiatief voor het ontwikkelen van een verzameling elektronisch documenten gebaseerd op UBL voor de ondersteuning van het aanbestedingsproces. Vereenvoudigd zijn er drie processtappen die worden ondersteund: aankondigen of bekendmaken, aanbieden en gunnen.

De specificaties van de CODICE standaard zijn terug te vinden op de website contrataciondelestado.es.

ABILITIES
Het Europees project “Application Bus for InteroperabiLITy In enlarged Europe SMEs”, kortweg ABILITIES, is gestart begin 2006 en heeft een looptijd van 2 jaar. Het voornaamste doel van het project is het onderzoeken en ontwikkelen van een architectuur gebaseerd op UBL voor de ondersteuning van e-commerce transacties tussen kleine en middelgrote bedrijven (SMEs) voornamelijk in de minder ontwikkelde landen.

ABILITIES voorziet in drie interfaces:
- een Web portaal
- een GUI voor mobiele toegang
- een interface voor legacy systemen gebaseerd op web services

U.S. Department of Transportation (USDOT) Electronic Freight Management (EFM) initiatief
Het Electronic Freight Management (EFM) initiatief richt zich op de promotie en evaluatie van innovatieve e-business concepten. Het is een Research & Development project dat gesponsord wordt door de U.S. Department of Transportation (USDOT). De Electronic Freight Management (EFM) is geïmplementeerd op basis van de Freight Information Highway (FIH) architectuur. De FIH is een innovatieve non-propriëtaire service-georiënteerde architectuur voor de ondersteuning van de coördinatie tussen bedrijfsprocessen en veilige real-time gegevensuitwisseling.

Het EFM maakt gebruik van gestandaardiseerde berichten gebaseerd op UBL waaronder Advance Ship Notice, Dispatch Advice, Receipt Advice en Transportation Status.

Meer projecten en initiatieven staan op stapel en hierover zal ik later berichten.

Tags: electronic data interchange, Enterprise Service Bus, EDIFACT, Government, UBL, UN/CEFACT, CEN/BII

Last update: 3-12-2011